Skip to main content Skip to footer

Q2 Grasland 2e snede

Stikstofbemesting 2e snede bijstellen afhankelijk van gerealiseerde opbrengst

De eerste snede is (of wordt binnenkort) gemaaid. Is door omstandigheden meer of minder droge stof geoogst dan gepland? Met de bemesting voor de volgende snede kunt u hiermee rekening houden door per 500 kg droge stof/ha  hogere of lagere opbrengst de volgende snedebemesting met 3 kg N per ha te verhogen of te korten. Stel dat de gerealiseerde opbrengst 4 ton ds per ha is en u heeft bemest voor een opbrengst van 3 ton ds per ha. Geef dan de tweede snede 6 kg N per ha extra dan in eerste instantie was gepland. Houdt ook rekening met de nawerking van mest uit de eerste snede. Afhankelijk de samenstelling is dat ongeveer 0,8 kg N per m3 toegediende mest.

Zwavel- en kaliumbemesting 2e snede
Op zandgronden en lichte kleigronden is het gewenst ook de 2e snede met zwavel te bemesten indien er geen voorraadbemesting zwavel is gegeven voor de 1e snede. Raadpleeg uw adviseur voor de juiste dosering. 
Bij een negatieve kaliumbalans voor het gehele groeiseizoen is het raadzaam om de kaliumbemesting uit minerale meststoffen te verdelen vanaf de 2e snede. Op deze manier kan de balans kloppend gemaakt worden zonder negatief effect op de opbrengst en kwaliteit van het gras.

Dierlijke mestgift tweede snede
Zorg voor een goed werkresultaat waarbij de mest bij zodenbemesting volledig in de sleuf zit en bij sleepvoetbemesting (50% verdund met water) de mest tussen het gras zit. Dat geeft de hoogste stikstofwerking van uw mest en voorkomt dat mest met het gras mee omhoog groeit en bij maaien in de graskuil terechtkomt. Vaak is de grasopname door weidend vee kort na mesttoediening lager dan bij geen mest en dat wordt nog versterkt indien er mestdeeltjes aan het gras zijn blijven kleven na een slecht werkresultaat bij mesttoediening. Geef daarom alleen mest op percelen die de tweede snede zullen worden gemaaid en beperk de gift tot maximaal 20 m3/ha.

Andere zaken die belangrijk zijn voor de tweede snede

-    Bemest binnen maximaal 10 dagen na maaien eerste snede
-    Dien mest en minerale meststoffen niet op dezelfde dag toe, maar laat hier een paar dagen tussen zitten.
-    Gebruik een goed afgestelde strooier. Giften voor een weidesnede zijn soms minder dan 100 kg product per ha. Bij twijfel kunt u een afdraaiproef doen. De korrelgrootte van meststoffen kan verschillen. Hou daar rekening mee bij het afstellen. 
-    Bufferstroken mogen niet bemest worden. Het is ook zonde om kunstmest onder de afrastering door te strooien.  Gebruik daarom kantstrooi-apparatuur om exact te kunnen strooien.