Skip to main content Skip to footer

EG-Meststoffen

Onderstaande tekst moeten nog worden herzien voor de situatie die volgt uit de publicatie (per 25 juni 2019) van de Regulation (EU) 2019/1009 ook wel bekend als de Fertilizing Product Regulation. Deze betreft een revisie van de EG verordening 2003/2003 inzake meststoffen.  Daarbij zijn niet alleen de regels voor de toelating van minerale meststoffen herzien, maar wordt het toepassingsgebied ook uitgebreid met organische meststoffen, bodemverbeteraars en biostimulanten. Tot juni 2022 is er sprake van een overgangsperiode waarin de 2003/2003 regelgeving ook nog van kracht is.

De regels voor het op de markt brengen van EG-meststoffen staan in Verordening (EG) nr. 2003/2003. Deze verordening kent (in bijlage 1) zeven typen EG-meststoffen:

  • Anorganische enkelvoudige meststoffen met primaire nutriënten (stikstof-, fosfaat- en kalimeststoffen)
  • Anorganische samengestelde meststoffen met primaire nutriënten (NPK-, NP-, NK-, en PK-meststoffen)
  • Anorganische vloeibare meststoffen (enkelvoudige en samengestelde)
  • Anorganische meststoffen met secundaire nutriënten (calcium-, magnesium-, natrium- en zwavelhoudende meststoffen)
  • Anorganische meststoffen met micronutriënten (één of meer van de micronutriënten borium, kobalt, koper, ijzer, mangaan, molybdeen of zink)
  • Nitrificatieremmers en ureaseremmers
  • Kalkmeststoffen (toegevoegd per 17 mei 2013).


In de verordening is een uitgebreide lijst met toegelaten meststoffen opgenomen met per meststof de bereidingswijze en de minimale gehalten aan nutriënten. Ook staan daarin de toleranties en de bemonsterings- en analysemethoden voor de controle op de meststoffen.
Verder bevat de verordening voorschriften met betrekking tot de identificatie, de traceerbaarheid, de etikettering, de controle- en veiligheidsmaatregelen en de toelatingsprocedure voor nieuwe EG-meststoffen.

Wanneer een meststof op basis van ammoniumnitraat meer dan 28% stikstof bevat, dan dient voor deze meststof een detonatieproef te worden uitgevoerd. Bovendien mogen deze meststoffen uitsluitend verpakt in de handel worden gebracht.

Verder gelden voor het vervoer en de opslag van nitraathoudende meststoffen de regels die gesteld zijn in PGS 7 (zie de knop PGS 7 op de hoofdpagina van deze website). Voor de tracering van nitraathoudende meststoffen met meer dan 28% N, voor  kalkammonsalpeter en voor ureum gelden verder de regels uit het Security Convenant Kunstmest (zie de knop Security Convenant Kunstmest op de hoofdpagina van deze website).

Producenten en leveranciers van EG-meststoffen moeten bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (www.mijn.rvo.nl), (voorheen Dienst Regelingen van het Ministerie van EZ) geregistreerd staan.