Skip to main content Skip to footer

Natrium

Natrium (Na) is belangrijk voor een goede groei van bieten. Voor andere gewassen is natrium niet essentieel, ook niet voor gras. Wel is natrium essentieel voor de gezondheid van het vee. Natrium is van invloed op de smakelijkheid van het gras en daarmee op de grasopname en mogelijk de melkproductie. Ook maakt voldoende natrium het gras minder droogtegevoelig. Bekend is dat een hoge kalium(K)- of magnesium(Mg)-beschikbaarheid in de grond, of een hoge K- en Mg-bemesting leiden tot een lager natriumgehalte in het gras. Ook een dalende stikstofbemesting leidt tot minder natrium in het gras.

De fysiologische natriumbehoefte in het rantsoen van melkvee bedraagt 1,5 g Na per kg droge stof. In de praktijk betekent dit dat er minimaal 2,0 g Na per kg ds in gras en kuilgras aanwezig moet zijn. Op ruim 50% van de melkveebedrijven is dit in het voorjaar niet het geval. Voor een maximale grasopname (in verband met de smakelijkheid) dient het natriumgehalte zelfs nog hoger te zijn. Het optimale traject ligt ruwweg tussen de 2,5 en 5,5 g Na per kg ds. Dit is fors hoger dan de fysiologische behoefte.
Voldoende natrium verhoogt de grasopname en verkleint de weiderest bij beweiding. Het huidige bemestingsadvies voor natrium houdt echter alleen rekening met het effect van de kalitoestand van de grond op het natriumgehalte van gras. Een aanpassing van dit advies is gewenst om beter te kunnen sturen op een gewenst natriumgehalte in verband met de smakelijkheid en de grasopname.

Het natriumbemestingsadvies voor grasland is beschikbaar via https://www.bemestingsadvies.nl/nl/bemestingsadvies.htm; dat voor suiker- en voederbieten bedraagt 200 kg Na2O en geldt alleen voor zand- en dalgronden.